Goed nieuws over het klimaat

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar voor een opgewarmde wereld vind ik het knap koud de laatste tijd. Overigens hebben de recente koude periode, het rijtje droge jaren en de veelvuldig gecommuniceerde warmterecords één ding gemeen. Als duiding van een klimaatverandering zijn ze onbruikbaar. Intussen bereidt het International Panel for Climate Change (IPCC) het volgende grote klimaatrapport voor; het zesde alweer. Als expert reviewer heb ik al concepten kunnen zien, maar helaas ontbrak het deze keer aan tijd om mijn steentje bij te dragen. 

Naschrift: na het schrijven van deze blog verscheen op de blog van prof. Judith Curry een interessant stuk over hetzelfde onderwerp. Het graaft wat dieper dan dat ik hier doe; voor geinteresseerden hier de link (Projecting manmade climate change: scenarios to 2050)

Ondertussen is het genoeglijk vissen in de continu voortgaande stroom van wetenschappelijke publicaties. Voor het stukje van vandaag is het handig als u de verschillende beïnvloeders van het klimaat paraat heeft. Eventueel kunt u mijn blog “De versnellingspook van het klimaat” nog eens nalezen. Daar schreef ik onder meer over de vier uitstootscenario’s (RCP’s) die worden gebruikt voor de klimaatprojecties, het feit dat het hoogste scenario (RCP8.5) veelal aan de basis ligt van gepubliceerde rampscenario’s. Verder schreef ik daar al dat het hoogste scenario onder vuur ligt omdat het op onrealistische uitgangspunten zou berusten.

RCP8.5 blijft uit, oorzaken verklaard
De onderzoekers Burgess, Ritchie, Shapland en Pielke Jr. (ik ga ze nog vaak noemen en daarom noem ik ze voortaan BRSP) zijn gaan onderzoeken wat de oorzaken zijn van het feit dat het IPCC onze uitstoot structureel lijkt te overschatten. Het paper heet "IPCC baseline scenarios have over-projected CO2 emissions and economic growth" en is online beschikbaar. Het is een voorbeeldig stukje wetenschappelijk werk, waarbij ze veel data en onderzoeksrapporten hebben verwerkt. Een Titanenklus; neem bijvoorbeeld de wereldwijde data over de economie. Die is niet overal in dezelfde termen uitgedrukt en ze hebben daarom wereldwijd economische data op dezelfde noemer gebracht om conclusies te kunnen trekken. Hetzelfde voor energiegebruik, bevolkingsgroei enzovoorts. De data hebben ze keurig beschikbaar gemaakt, dus als u wil kunt u zelf aan de slag. Ik heb het deze keer gelaten.

Meten is weten. In Nederland is de stijging van de zeespiegel een belangrijk klimaateffect (foto: Beeldbank Rijkswaterstaat)

Kaya identiteit van CO2 uitstoot
BRSP nemen de “Kaya identiteit” als uitgangspunt. Ik was niet bekend met het concept “Kaya identiteit”  maar blijkbaar is het in hun vakgebied een bekend concept. Het leidt in dit geval tot een formule waarmee je als ingenieur dan weer wel uit de voeten kan:
CO2emissies = populatie x inkomen per hoofd x energie intensiteit x koolstof intensiteit

Ik loop de termen na en zal tegelijkertijd mijn “eenheden-fetisj” uitleven als controle of de formule hout snijdt.

  • CO2emissies geeft de hoeveelheid uitstoot. BRSP zijn wat vaag over hun eenheden. Maar de eenheid ton per jaar of liever GigaTon per jaar past hier goed op.
  • Populatie is simpelweg het aantal personen, zeg maar de wereldbevolking.
  • Inkomen per hoofd geven BRSP als het Bruto Nationaal Product gedeeld door het bevolkingsaantal. Dat is een keuze; de vaststelling van het nationaal inkomen is een boekhoudkundige rekenpartij van jewelste waarin ook keuzes worden gemaakt hoe bepaalde zaken te berekenen. Dergelijke economische haarkloverij is hier van minder belang, zolang je alle economische cijfers van de wereld maar zo goed mogeljik met elkaar in overeenstemming brengt. En dat hebben BRSP gedaan.

Tot zover bent u met de termen waarschijnlijk al goed bekend of kunt u ze wel aanvoelen: met z’n hoevelen ben je en hoeveel verdien je per persoon. We gaan verder:

  • Energie intensiteit is (veronderstel ik) minder bekend. Het drukt uit hoeveel energie gemoeid is met iedere eenheid van productie in de economie. Dus zeg maar kilowattuur per verdiende Euro.
  • Ten slotte brengt de koolstof-intensiteit tot uitdrukking hoeveel CO2 er wordt uitgestoten per eenheid van opgewekte energie.

Zetten we de eenheden van al deze variabelen op een rijtje dan zien we dat de vier aan de rechterkant precies uitstoot per jaar opleveren; dus dat klopt.

Inzicht met Kaya factoren
Ik loop met u de Kaya factoren langs en zal per factor kort het effect toelichten dat de factor heeft op de uitstoot. Vervolgens geef ik aan wat BRSP concluderen over die factor.

Populatie is de eenvoudigste: al het andere gelijk gehouden (in het Latijn Ceteres Paribus, een veel gebruikt uitgangspunt in de economie dat zoveel betekent als:  “Niet teveel ingewikkelde dingen tegelijk alsjeblieft!”) leidt een groeiende bevolking tot meer uitstoot. BRSP kijken naar het verleden en, op basis van projecties van de Verenigde Naties, naar de toekomst. Omdat het IPCC dezelfde gegevens gebruikt is een verschil in projectie van de bevolking niet de oorzaak van het feit dat het IPCC te hoog zit. BRSP zien natuurlijk ook wel dat ze dezelfde gegevens gebruiken en noemen hun vondst dan ook “hardly surprising nor illuminating”, dus niet verrassend en ook geen nieuws. Ik hou van dat soort zinnen.

Wederom al het andere gelijk houdend geeft een toenemend inkomen per hoofd een hogere uitstoot. Dat ligt wel voor de hand als je in aanmerking neemt dat hoger inkomen meer economische activiteit inhoudt. BRSP vinden dat de groei van het inkomen per hoofd fors lager is dan door het IPCC is verondersteld. Zij concluderen, deels onder verwijzing naar ander onderzoek dat deels van henzelf is, dat projecties van economische groei in de regel te optimistisch zijn. Het blijkt dat diepe dalen in de economie, zoals door de bankencrisis en (mogelijk) door Covid altijd dieper lijken te zijn dan de sporadische bergen die zich in de economie voordoen. Het lijkt ons optimisme te zijn dat ons pessimistisch maakt over het klimaat (mijn samenvatting).

Energie per eenheid van productie (energie per Euro) komt ongeveer overeen met de veronderstellingen van het IPCC, zij het dat er regionaal wel verschillen in zitten.

Koolstofintensiteit ten slotte. Deze is autonoom dalend, mede doordat wereldwijd om goede redenen afscheid wordt genomen van steenkool als brandstof. Het internationaal energie-agentschap, dat projecties maakt over energie en daarmee gemoeide uitstoot, zal deze afname zich voortzetten. En juist op dit punt wijkt het IPCC fors af; in strijd met de bestaande ontwikkelingen verondersteld het IPCC (in ieder geval in RCP8.5) dat steenkoolgebruik zal stijgen in combinatie met een enorme economische groei.

Een goede onderzoeker controleert altijd of zijn conclusies stand houden als hij de uitgangspunten verandert. BRSP hebben dat netjes gedaan; het zou te ver voeren om u ook daar nog mee te vermoeien op de vrije vrijdag. Ik laat het hier bij mijn persoonlijk oordeel dat ik de uitwerking degelijk vind.

Implicaties voor de klimaatprojecties
De klimaatrapporten van het IPCC hebben tot taak om de stand van de wetenschap in kaart te brengen. Dit artikel is er slechts één in de enorme berg waar het IPCC zich straks op zal baseren. Maar in mijn ogen is het wel een belangrijk artikel. Het geeft inzicht in de oorzaken van het pessimisme van de emissiescenario’s. Een pessimisme dat inmiddels op vele plaatsen is onderkend. BRSP halen de geactualiseerde set RCP’s aan. Opvallend daarin is de toevoeging van een RCP1.9, dus een scenario met een lagere forcering dan RCP2.6 dat in het Zeespiegel en IJskappenrapport van 2 jaar geleden nog als laagste gold. Het IPCC lijkt zeer behoedzaam ook de weg naar beneden gevonden te hebben, althans voor wat betreft de projecties van de emissies.

BRSP concluderen intussen dat de werkelijk optredende emissies in lijn liggen met de laagste scenario’s van het IPCC. Zij pleiten daarom voor een nog verdere uitbreiding naar beneden en voor het hanteren voor de huidige set middenscenario’s als plausibele en beleidsrelevante bovengrenzen.

Personeel van Rijkswaterstaat bij de berging van een schip bij Antarctica (1993; bron: Beeldbank Rijkswaterstaat)

Effect in Nederland
Nu hebben we als wereld niet zozeer last van de emissies op zich, maar van de (veronderstelde) effecten die het heeft op het klimaat en in tweede instantie op de stand van de zeespiegel. Vooral dat laatste is natuurlijk relevant voor een land dat geologisch allang niet meer had moeten bestaan. In Nederland verzorgt het KNMI de vertaling van de IPCC rapporten naar Nederland. Na publicaties van het 6e assessment rapport mogen we dus een actualisatie verwachten, ook van de zeespiegelscenario’s. Daarvan hebben we er drie. Twee ervan, het Gematigde (G) en Warme (W) scenario zijn gekoppeld aan respectievelijk de emissiescenario’s RCP4.5 en RCP8.5. Daarnaast geldt, sinds de commissie Veerman, nog een Veerman-scenario dat daar nog boven ligt en dat vooral wordt gebruikt om nieuwe constructies langs de kust van een “extra randje vet” op de botten te voorzien.

Als we nu de conclusies van BRSP ter harte nemen dan zouden we voortaan het Gematigde scenario als plausibele bovengrens moeten gaan beschouwen en zouden we W moeten gaan vergeten. Ook het Veerman-scenario, dat geldt als een soort schatting van de fysisch mogelijke bovengrens, moeten we dan nog maar eens goed bekijken.

Natuurlijk is er meer dan alleen de emissies. In “De Versnellingspook” heb ik het nodige uitgelegd over klimaatgevoeligheid. Ook daar lijkt het onderzoek eerder te wijzen naar een mildere ontwikkeling van het klimaat dan naar een extremere, kijkend naar de klimaatgevoeligheid die uit metingen wordt afgeleid.

Ook Antarctica is interessant. De laatste jaren is er zorg over de stabiliteit van enkele gletsjers aldaar. Die blijken uit zichzelf sneller te bewegen dan hen door de ijsonderzoekers was toegestaan. Wederom zijn de waarnemingen strijdig met de uit modellering opgedane inzichten, maar deze keer in een richting die in Nederland wel terechte zorgen baart. Het blijft een wereld vol vragen en onzekerheden. Voor mij een reden om me te verdiepen in de literatuur over ijskappen. Daarover later meer.

Leeswerk en bronnen

klimaat rcp